24 december 2011

De top-3 en flop-3 van 2011

Aan het eind van een jaar is het wel aardig om eens terug te kijken. Wat heeft 2011 ons gebracht op genealogisch gebied? Ik heb gekozen voor een Top-of-Flop benadering, wat de ouderen onder ons natuurlijk meteen doet denken aan Herman Stok die op het enkele TV-kanaal dat we 40 jaar hadden het gelijknamige programma presenteerde. Dat daargelaten begin ik met:

1 Toch wel met stip op nummer één een door mijzelf bedachte term, namelijk "jaarstuk", nu eens geen boekhoudkundig hoogstandje van een bedrijf maar een samentrekking van jaar en vraagstuk. Dat is zo’n vraag die je heel lang kan bezighouden en waar je dan plotseling toch een antwoord op vindt. Mijn jaarstuk voor 2011 was het vinden van de lokatie van een foto uit 1942.

2 Het beschikbaar komen van nieuwe bronnen op internet. Voor mij erg fijn:
de Sonttolregisters, een transcriptie en database van de administratie die het Deense hof bijhield van alle schepen die de Sont passeerden vanaf 1500 tot en met 1857. Op verschillende plaatsen op dit blog heb ik daar al over geschreven en begin dit jaar stond er een artikel van 4 pagina’s in het blad Genealogie van het CBG. Het onderwerp combineerde ik met een vakantietrip naar Kopenhagen en omstreken, al met al een geslaagde combinatie.
De volgende bron was te vinden bij de Mormonen, die de opnamen van onder andere de Nederlandse burgerlijke stand op internet hebben gezet. Een beetje ingewikkeld om in te zoeken, maar gelukkig zijn er trucs. Hoofdrekenen, bijvoorbeeld waardoor je vrij snel bij de gewenste akte kunt uitkomen. Wie daar niet zo bedreven in is, kan profiteren van een speciale website met een index op Familysearch. Die site heet Genver en voor veel mensen is dat een uitkomst.


Derde bron wordt gevormd door de militieregisters, die vanaf 1814 tot 1941 zijn bijgehouden. Als je daar een scan van wilt downloaden, dan kost dat 50 eurocent. Maar, je kunt ook meedoen aan het transcriptieproject VeleHanden waar punten te verdienen zijn waarmee de scans gratis kunnen worden gedownload. Helemaal gratis is het natuurlijk niet, want je stopt er tijd in, maar leuk is het wel!

3 Bijzondere ontdekking. De voorouders van de kant van mijn oma blijken in de 17e eeuw in Erlecom (achter Nijmegen) een groot stuk grond te hebben gepacht van het Kartuizerklooster op de Beatusberg bij Koblenz. De akten daarvan zijn in Nederland niet meer te vinden, maar het Landesarchiv in Koblenz heeft ze nog wel. Gauw de akten besteld om er een transcriptie van de maken. Makkelijker gezegd dan gedaan, want je worstelt zowel met het oude schrift als met de taal. Dat laatste lijkt soms veel op Plattdüüts en soms ook weer niet en natuurlijk heeft de ene schrijver een volledig andere manier van spellen dan de ander. Je krijgt er vierkante ogen van, maar het is wel fascinerend om te lezen! Inclusief de oudste akte die ik ooit van een transcriptie heb mogen voorzien: gedateerd 1488. En gelukkig ging het om een 16e of 17e eeuws afschrift, zodat de tekst ook nog makkelijker te lezen was.


Bijgedachte: gelukkig ging het om een klooster bij Koblenz en niet een uit Keulen, want in het laatste geval was het gevaar reëel dat de akten waren verdwenen nadat het archief van Keulen begin maart 2009 in een bouwput was gedonderd.

En dan waren er dit jaar natuurlijk ook minder prettige ontwikkelingen. Gebeurtenissen en niet-gebeurtenissen waaraan ik me heb geërgerd. Ik probeer deze samen te persen in de:


1 Het belachelijke gedoe rond de nieuwe website wiewaswie, die de opvolger moet worden van Genlias en de Digitale Stamboom. Een project dat bol staat van het amateurisme en dat wordt getrokken door een club die niet kan communiceren. De ene na de andere hotemetoot wordt aangetrokken om er toch nog maar een succes van te maken. En dat allemaal betaald vanuit de staatsruif…
Het project ligt inmiddels stil, heb ik begrepen, en de betrokkenen houden zich bezig met heel andere dingen. Een paar dagen geleden kreeg ik een of ander dom reclamemailtje voor het aanschaffen van een app. Geen idee waarom ze mij moeten hebben, want ik gebruik een papieren blocnote en bij mijn weten is dat gelukkig geheel appvrij!
Even zoeken op internet en wat blijkt? De mevrouw die de app heeft gemaakt, was eerder in het jaar betrokken bij wiewaswie. Ik leg dan de verbinding dat ze "even" alle mailadressen daar heeft "geleend" om haar spam-zooitje heen te sturen. Er zijn nu te veel organisaties dicht om er serieus werk van te maken, maar dat komt volgend jaar zeker!

Update: Mijn vermoeden dat mensen die ooit een bericht hebben gestuurd naar wiewaswie met hun mail-adres terecht zijn gekomen in een commerciële fuik wordt bevestigd door een melding op het StamboomVragenForum (SVF). O ja, op mijn mailtje waarin ik opheldering eiste is nog steeds niet gereageerd. Ik zal toch een stapje hoger op de ladder moeten, vrees ik. Waarschijnlijk naar de directie van uitgeverij Sanoma zelf.

2 Het feit dat archieven steeds vaker dicht zijn op de dagen dat ik onderzoek zou willen doen. En voor andere archieven moet er altijd speciaal een vrije dag worden opgenomen omdat ze op ongelukkige tijden open zijn. Vervelendste ontwikkeling dit jaar was het op vrijdag dichtgaan van het Gelders Archief en het op maandag de deuren sluiten bij het CBG. Je krijgt zo steeds minder gelegenheid om archiefonderzoek ter plekke te doen. En tegen dat fysieke onderzoek kan echt geen enkele website op!

3 De toenemende commercialisering van de genealogie. Diverse partijen denken een slaatje te kunnen slaan uit de drang van veel mensen om hun voorgeslacht te onderzoeken. Zo werd er van de zomer een CD-tje meegestuurd met het kwartaalblad Genealogie van het CBG. Het bleek te gaan om een gratis versie 5 van Family Tree Builder (FTB) van MyHeritage. Een club die er vreemde voorwaarden op na houdt en die je zeker niet zomaar op je computer moet zetten.
In november was er weer iets te melden over MyHeritage, namelijk het opkopen van FamilyLink.com en WorldVitalRecords. Waarna direct werd geschermd met grote aantallen. Alsof de kwantiteit belangrijker is dan de kwaliteit. Veel commerciële sites maken zich daar schuldig aan, door te schermen met grote aantallen namen, documenten, bezoekers of leden.
Of met het woordje “gratis”, zo in de trant van: Neem nu een gratis proefabonnement, dat kost helemaal niets. Maar: voordat je zo’n abo krijgt, moet je eerst een reeks persoonlijke gegevens invullen, inclusief een creditcardnummer. Enne... zeg ook even wat voor betaald abonnement je wilt als de proefperiode is afgelopen? Het gevolg: de knop om de proef te beëindigen is dermate goed weggestopt op de site dat de kans groot is dat hij niet gevonden wordt. Waardoor je dus aan een betaald abo vast zit.
Andere truc: je adverteert als commerciële partij op websites, maar dan zodanig dat het niet als advertentie kan worden herkend. Toe maar mensen, klik maar op de link! Dan hebben we je binnen. Misselijk, vind ik dat.

Het gevaar van commercie bij een hobby is, dat de verkopende partij probeert om je alle initiatief uit handen te nemen. Vergelijk het met mensen die graag schilderen. Zij zijn gebaat bij tips en technieken om dat beter te kunnen doen. Maar wat doet de handel? Komt die helpen? Nee hoor, die probeert je een doos “schilderen-op-nummer” aan te smeren. Hou de klant maar lekker dom, dan kun je in de toekomst nog meer aan hem verkopen. Niets ten nadele van het schilderen op nummer, grote groepen mensen zijn er erg blij mee, maar voor mij hoeft het niet.

11 december 2011

Het raadseltje van de Lap

Schepen die naar de Oostzee gingen, bleven wel eens liggen "achter de Lap". Een merkwaardige term die je door de eeuwen heen tegenkomt, zoals in de Opregte Haerlemsche Courant uit 1688. Ik heb daar in de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag een foto van gemaakt:


Vroeger wist natuurlijk iedereen wat hiermee bedoeld werd, maar ik tastte in het duister. De zinsnede in het krantenstukje dat de kapitein al in de stad (=Elseneur) was, maar dat zijn schip nog achter die Lap lag, duidt er wel op dat de Lap in de buurt moet liggen. Een kapitein laat zijn schip niet in de steek, hij reist hooguit naar de wal om zaken te regelen.
Zoals altijd komt ook nu internet weer te hulp. Even Googlen en ik kreeg een verwijzing naar de website historici.nl, waar een voetnoot in een geschiedenisboek me op het juiste spoor zette. Het ging dus om een zandbank en de achterkant daarvan lag aan open zee. Die kant bevroor dus niet, zoals in de Sont wel geregeld gebeurde.
Toen ik dit eenmaal wist was het niet zo moeilijk om er achter te komen waar die zandbank lag. Een virtueel bezoek aan KB nummer twee (de Kongelige Bibliotek in Kopenhagen) en de daar bewaarde atlas van koning Frederik V leverde de volgende kaart op:


Aanvulling 1: De Lap, of Lappen zoals hij in het Deens heet, bestaat nog steeds. De zandbank steekt niet boven het water uit (en waarschijnlijk heeft hij dat ook nooit gedaan). Het is een onderzeese zandbank, vlak onder het oppervlak van de Sont. Erik Gøbel, Statens Arkiver, København.

Aanvulling 2: De zandbank stond ook bekend onder andere namen, zoals Lappegrund en Lapsand. Via Google Books kwam ik terecht bij een Frans handboek voor de zeevaart, waarin het volgende te zien is:


Vrij vertaald staat daar: "Het kan gebeuren dat een schip, vanwege zware weersomstandigheden, niet in staat is om aan te leggen in Elseneur. In dat geval is het ook mogelijk om de papieren naar die stad te sturen om zo de lading in te klaren. De kapiteitn moet daarvoor wel een extra Rixdaler betalen, die zal worden geschonken aan de kas van het armenhuis."
In een ander Frans handboek staat een nadere beschrijving van de zandbank:


Weer vrij vertaald staat daar: "Op korte afstand van Elseneur, vanuit de Noordzee komend vóór die stad, ligt een zandbank die Lap ofwel Lapsand wordt genoemd. Schepen kunnen daar afmeren als de wind uit de verkeerde hoek waait om naar Elseneur te varen."
In nog weer een Frans nautisch handboek staat, dat het water boven de zandbank een diepte van slechts 7 à 8 vadem heeft.