23 mei 2009

Een verrassing te Amsterdam

Ik kom nog een keertje terug op een ondertrouwakte die al eerder op dit blog heeft gestaan. Het gaat om het huwelijk van Lammert Brinkel en Trijntje Pieters uit 1727. Bij de vorige plaatsing ging het me om het woord mottje (wat tante blijkt te betekenen), nu gaat het om wat anders:

Want wat staat daar nu precies? Het gaat om Lambert Brinkel van A. Dat laatste is een afkorting die Amsterdam betekent en die ontzettend vaak werd gebruikt. Ik ken uit Amsterdam eigenlijk geen ondertrouwakte waarin de plaatsnaam voluit is geschreven.
Goed, Lambert kwam dus uit Amsterdam en ik heb een uitvoerige zoektocht gehouden naar zijn doop en zijn ouders. Resultaat? Nul-komma-nul, tot aan gisteren, toen ik de boedelpapieren van de Diakenen onder ogen kreeg. Lammert was namelijk overleden in 1770, met achterlating van twee minderjarige kinderen. Van het voorval werd een dossier gemaakt en daar zat ook een doopbewijs van Lambert in:

Hela, niks Amsterdam maar Bunschoten. Dat verandert de zaak, nu kan ik weer een zoektochtje beginnen, hopelijk met meer resultaat.
Hoe kon dit nou gebeuren? In Amsterdam werd haast aan de lopende band getrouwd en degene die de akte moest opstellen volstond meestal met de vraag naar het woonadres en als dat in Amsterdam was, nam hij wellicht aan dat betrokkene daar ook was geboren. Dat werd snel opgeschreven, de twee tortelduifjes mochten hun handtekening zetten en dan was het volgende bruidspaar alweer aan de beurt. Haastwerk dus, waardoor de genealoog van tegenwoordig op het verkeerde been wordt gezet.