26 februari 2007

Handgeschreven tekstkunst

In het Utrechts Archief vond ik documenten over de rechtsgang rondom Sintje Wildschut uit IJsselstein. De inhoud van de manuscripten is van belang, maar ook de vorm. En dan gaat het om het uiterlijk van de tekstblokken op de pagina's. Gebruikers van computers kijken niet meer op van de grappen die je met zo'n apparaat kan uithalen, bijvoorbeeld de tekst:

Nu
is het
dank zij
het vermogen
van de computer
mogelijk om teksten
in een grafische vorm te
zetten, zoals deze driehoek.

Echt iets uit de moderne tijd, een tekst die aan de linkerkant schuin loopt, maar aan de rechterzijde een keurige rechte kantlijn heeft. Moderne tijd? Zo'n 240 jaar geleden deden ze dat ook al hoor. De vraag die me bezighoudt is, waarom ze dat zo deden. Ik kan wel bedenken hoe de teksten tot stand kwamen, namelijk door een lineaal of een plankje schuin op de bladzijde te leggen en van daar af te schrijven. Op de foto hier links (die na aanklikken groter in beeld komt) zie je wat ik bedoel. Ik hoor graag wat de reden van deze layout-vorm is. Misschien diende het om aan te gevan dat het een officieel document was. Het lijkt niet aannemelijk dat het puur ging om een verfraaiing van de tekst.

17 februari 2007

Een wonderlijke tunnel

Hoe bouw je een tunnel, bijvoorbeeld onder het Kanaal? Simpel, je neemt twee tunnelboorders en laat die door de zeebodem naar elkaar toe boren. Als ze elkaar ontmoeten sluiten de helften van de tunnel precies op elkaar aan. Dit verhaaltje is wel waar, maar veel te simpel. Voor het zover was dat de werkers elkaar van twee kanten konden benaderen moest er eerst een gigantische hoeveelheid rekenwerk worden verricht. Rekenwerk aan de hand van haast continue metingen.

Allemaal prachtig natuurlijk, maar wat heeft dat met genealogie te maken? Stel je voor, iemand is druk bezig met het napluizen van zijn voorouders en komt daarbij van alles te weten. Bijvoorbeeld dat een van de familieleden, Saintje Wiltschut, in 1766 is bevallen van een onecht kind, dat later verwekt blijkt te zijn door haar stiefvader Hendrik Trant. Foute boel dus, temeer daar ze de schuld op Cornelis Trant, de broer van stiefvader, hebben willen schuiven. Deze holde direct naar de notaris en liet een akte opmaken waarin hij alles in alle toonaarden ontkende. Gevolg: het meisje en de stiefvader werden voor de rechtbank gesleept en werden voor straf verbannen. Hun hele leven lang mochten ze niet meer in IJsselstein of de omliggende Baronie komen.

Iemand anders (ik, dus) doet onderzoek naar het voorgeslacht van zijn kinderen en komt in de kwartierstaat van zijn echtgenote een vrouw tegen die in Weesperkasrspel getrouwd is, maar daar niet is geboren. Als plaats van herkomst wordt Jutfaas opgegeven. Een dikke speurtocht door de archieven volgt, maar in heel Jutfaas geen Sintje Wildschut te vinden. Uiteindelijk is ze wel op te sporen, en wel in het naburige IJsselstein. De vondst wordt keurig genoteerd, het voorgeslacht wordt erbij gezocht en genoteerd en dat is het.

Is er al een tunnel? Nee, nog niet helemaal. De zaak komt pas weer in beweging nadat in de nieuwsgroep soc.genealogy.benelux een vraag wordt gesteld door Arie Bos, die graag een kopietje wil hebben van een artikel uit het tijdschrift van de Historische Vereniging Vleuten-De Meern. Dat krijgt hij niet, wel een URL waar het blad in full-text te zien is. Het blijkt te gaan om de website van de bieb van Universiteit Utrecht waar ze niet alleen dat tijdschrift hebben maar nog een heleboel meer. Afijn, om een lang verhaal niet onnodig te rekken: ik ga naar die website en typ om het te proberen de naam Wildschut in. Wat denk je: er komt een compleet verhaal over de lotgevallen van Sintje Wildschut te voorschijn. Bang! De twee helften van de tunnel sluiten naadloos op elkaar aan. Het enige wat ik nu nog hoef te doen is, alle betreffende documenten in origineel raadplegen.